Mantingerveld

Op 9 april 1992 startte Natuurmonumenten de actie Goudplevier, waarin leden werden gevraagd geld te geven voor de aankoop van vier landbouwgebieden. Natuurmonumenten wilde op deze manier van een aantal versnipperde gebieden één groot natuurgebied maken. Mantingerveld bestaat uit(Mantingerzand, Hullenzand, Lentsche Veen en Martensplek). Het einddoel was – en is – één groot natuurgebied van zo’n 1200 hectare (3×4 km). Er zal een landschap ontstaan met de kenmerken van de bestaande natuurterreinen: droge en natte heide, veentjes, schraal grasland, open zand en plaatselijk natuurlijk bos. Ongeveer het landschap zoals het er uitzag vóór de grote ontginningen. Dit plan is een succes gebleken!

Vogels

Het Mantingerveld bestaat uit verspreid gelegen bos- en heidegebieden. Ertussen ligt voormalig bouwland dat door middel van natuurontwikkeling wordt omgevormd tot schrale vegetaties. Binnen enkele tientallen jaren ontstaat zo één groot natuurgebied, dat kansen biedt aan vele soorten vogels, zoals de geelgors, wulp, slobeend en torenvalk.
Ook reptielen, zoals de adder, leven in het gebied. Veel voorkomende flora in het gebied is bijvoorbeeld kleine wolfsklauw, klokjesgentiaan, lavendelheide, veenpluis en diverse bijzondere korstmossen voor.

Het oeroude bos is rijk aan zangvogels als fitis en roodborst. Verder broeden er torenvalk en ransuil. Door middel van kleinschalige bebossing, ontwikkeling van schraal grasland en de aanleg van poelen zal dit natuurgebied in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur worden verbonden met het naburige Mantingerveld.

Afwisseling

De verschillende gebieden binnen het Mantingerveld hebben elk een eigen karakter. Zo kunt u in het Mantingerzand veel grillig gevormde jeneverbesstruiken aantreffen, terwijl die in het heuvelachtige Hullenzand maar beperkt aanwezig zijn. In het Lentsche Veen bevinden zich vooral natte heidevegetaties.

Begrazing

Om de heide in het Mantingerveld in stand te houden, grazen hier schapen en runderen.

Mantingerbos en – weiden

Het gebied Mantingerbos en -weiden ligt in een beekdal. Het is het brongebied van het ‘Oude Diep’. Het bestaat uit grasland, elzenbosjes en houtwallen. In het gebied groeien zeldzame braamsoorten, veel verschillende soorten korstmossen en adelaarsvaren.