De negen bruggen van het Linthorst – Homankanaal

Het Linthorst Homankanaal tussen Beilen en Noordscheschut telt negen bruggen en heeft vele gezichten. Maar schepen zie je er niet.

Veertig kilometer fietsen heb ik voor de boeg, langs dit water dat in de jaren twintig van de vorige eeuw is gegraven tussen de ‘brink-en-haven’ van Beilen en Noordscheschut, even ten oosten van Hoogeveen. Een reis door het stille hart van Drenthe. Leicascherpe details van grassprieten tot kalende boomtakken zover het oog reikt. De bladeren van de eiken kleuren siena, de gevallen bladeren van de populieren vertonen een vlekkerig verval. In velden noch wegen is een schip te zien. Naar het zuiden volg ik over een fietspad langs een nieuwbouwwijk de rietgezoomde oevers. Het kanaal kruist de oude Beilerstroom, die nu geheel gekanaliseerd is. Ik besluit de linkeroever te volgen waar een hek open staat en een zeker pad te onderscheiden is. Vrij snel kom ik uit bij de spoorlijn die het kanaal kruist. Ik steek de roosters tussen de rails over en kom uit bij een hek. Nadat ik mijn vouwfiets eroverheen heb getild, volgt een stuk dat van een stille schoonheid is. ‘Licht dat het bij geen licht ter wereld haalt’, zoals Ida Gerhardt dicht, zet de oevers in een groene gloed. De regelmatige rij hoge populieren vertoont een hiaat ter hoogte van een hoogspanningsleiding.

Roest

Ik nader lopend de enige schutsluis die het kanaal rijk is. Het hoogteverschil van het waterpeil van Beilen met het pand Holthe-Noordscheschut is ongeveer anderhalve meter. Gras en groter kruid schieten tussen de stenen op van de sluiskades. Bij het gemaal naast de sluis ligt terzijde tegen een schot een hoop rotzooi die uit het water is geschept. Dit gemaal doet nog dienst in de waterhuishouding van de waterschappen in te droge en te natte tijden. In totaal zijn er tussen Beilen en Noordscheschut negen bruggen aangelegd en één sluis. De bruggen zijn op de topkaart genummerd van 2 tot 9. Bij de sluis heeft de brug geen nummer. Het zijn eenvoudige draaibruggen met een beperkt draagvermogen. Ze zullen ongetwijfeld over niet al te lange tijd vervangen worden, want zoals bij veel bruggen te zien is: rust roest. Vanaf de sluis volg ik het schelpenpadtie wat langs het kanaal ligt.

Op naar de volgende brug (Nr 3) waar de oevers naar het zuiden toe juist geheel door bos zijn ingesloten.

Het zwarte schippertje

Het kanaal is vernoemd naar negen leden van de familie Linthorst Homan, als blijk van waardering voor hun werk als bestuursambtenaren van de provincie Drenthe. Na 1970, toen het kanaal wegens het sterk afgenomen belang van de beroepsvaart voor schepen werd gesloten, is dit water verworden tot een stille sloot waar zo af en toe een man op een krukje hengelt naar een brasem. De oevers fungeren vaak als weidegrond voor wat schapen of paarden; zeker daar waar ze geen verkeersfunctie meer hebben.

Bij Brug Nr 3 kan ik aan de linkerkant verder naar het zuiden via het schelpenpad. Ik kom uit bij Brug Nr 4, waar (zie foto links) zich ook weer een los- en laadplaats bevindt. Er nadert een tractor. De boer manoeuvreert zijn voertuig met watertank naar de oever. ‘Moet u wat lozen’, vraag ik onnozel.
‘Nee, ik moet even wat water tanken voor mijn paarden.’
‘Hebt u nog meegemaakt’, vraag ik, ‘dat in dit kanaal schepen voeren?’
‘Jazeker, ik ben van ‘39 en heb de schepen hier nog zien zeilen. En als ze niet konden zeilen, dan liep de vrouw in het zeel aan de kant. Het waren schepen van zo’n 80 tot 100 ton. Onder andere legden hier turfschepen aan, uit de buurt van Emmen. Maar de schippers kwamen hier ook om aardappels te laden, die zij naar de fabriek in Oranje brachten via de Beilervaart. Zij hielpen tevens in het land om de aardappels te rooien. Elke bijverdienste hadden ze hard nodig. Als kind viste ik vaak bij deze brug op voorns en blei. Anderen stroopten vroeger veel in het kanaal. Ik zag ooit een stroper die wel vier grote snoeken aan het stuur van zijn fiets had hangen! Eén schipper noemden we “het zwarte schippertje”; de hygiëne was toen niet optimaal. De vrouw die de brug bediende – haar man was jachtopziener – liet de brug soms lange tijd open staan omdat er meerdere schepen door moesten. Ze ging dan gewoon de aardappelen schillen en liet het verkeer wachten.’ Zelf heeft boer Noordhuis hier aardappelen en suikerbieten gelost.

Heuvelachtig

Opvallend zijn de hoogteverschillen van de oevers tussen de opeenvolgende bruggen. Ondanks ruilverkavelingen zijn de Drentse landschappen nog heuvelachtig. Dat laten ook veldnamen als ‘Altinghorst’ en ‘Hullen’ zien. Al rijdend over de zandpaden of geasfalteerde weggetjes kun je goed de omringende landschappen waarnemen. Heideveld, bos, weiden en akkers wisselen elkaar af. Ik stop even ter hoogte van het VAM-kanaal. Dit kanaal dat aansluit op het Linthorst Homankanaal, is in 1931 opengesteld. De Vuil Afvoer Maatschappij leverde compost per schip aan heel Drenthe en de Veenkoloniën. Na 1960 nam het vervoer per schip af door het sterk ontwikkelde vervoer over de weg. Het drie kilometer lange kanaal is nu geheel besloten door struikgewas. Na dit zijkanaal kom ik twee dammen tegen in het Linthorst- Homankanaal. Daar tussendoor stroomt het Oude Diep. Bij Brug Nr 5 ga ik via de westoever verder over een graspad. Het kanaal steekt dwars door het Drijbersch Binnenveld, een voormalig heideterrein. De volgende brug dient zich aan. Bij de kade aan de oostoever staat een schuurtje met tientallen brievenbussen van het bungalowpark De Hullen. Schots en scheef lijken de optrekjes langs het kanaal te staan. Inclusief de opritten voor de auto’s, tuinobjecten en coniferen. Het verharde pad eindigt in een gravelpad dat leidt langs een weide met paarden.

Surfplank

Bij Brug Nr 7 begint een lange asfaltweg naar De Haar en Tiendeveen. Ik kom langs boerderijen met namen als Wijde Blik, De Stal,en Henriëttehof. Bij Tiendeveen neemt de bebouwing weer toe. De wijken, voor de voormalige turfwinning, staan haaks op het kanaal. Een keurig fietspad begeleidt de weg langs het water. Af en toe een roeibootje of een surfplank. Dan komt het eind- of zo u wilt het beginpunt van het Linthorst – Homankanaal in zicht. Een betonnen overkluizing ligt daar waar vroeger een draaibrug toegang gaf tot de Verlengde Hoogeveense Vaart. Aan de oostzijde staat een lang pand dat waarschijnlijk een herberg was en nu dienst doet als bedrijfsgebouw voor een houthandel. Ooit voeren in één jaar meer dan 1200 schepen door dit kanaal, dat was in 1927, het jaar na de openstelling. Ik mis een monument. Al zou er maar ergens één scheepsmast met een wimpel staan.