Natuur in Wijster

Dieren en planten in de natuur bij Wijster

Slangenarend ook gesignaleerd boven Wijster thv de Emelangen

Wespendief boven Wijster

Deze prachtige roofvogel is gesignaleerd boven de Wijsterseweg

Nachtvlinders op “Landgoed de Vossenberg”

In 2009 is er onderzoek gedaan naar nachtvlinders. Nachtvlinders zijn een , bijna letterlijk, onderbelichte diergroep. De enorme soortenrijkdom, de lastige herkenbaarheid en de nachtelijk leefwijze maken dat er weinig bekend is over nachtvlinders. Met behulp van speciale lampen en een nachtvlinderval zijn enkele locaties geinventariseerd. Alleen al op “Landgoed de Vossenberg” werden maar liefst 150 soorten aangetroffen. Veel soorten blijken een duidelijke relatie te hebben met het type natuurgebied waar deze voorkomen.

Schotse hooglanders

Een Schotse hooglander, ook wel Highland Cow, is een meestal roodbruin runderras dat oorspronkelijk uit Schotland komt. Naast roodbruine exemplaren komen ook zwarte, blonde, roan (bruin/zwart gestreept) en -heel zelden- witte exemplaren voor. Schotse hooglanders hebben grote horens. Een volwassen stier weegt 800 kilo en een koe 500 kilo. Schotse hooglanders kunnen tot wel achttien jaar oud worden. En in die tijd kan een koe tot wel vijftien kalveren ter wereld brengen.

Grazers

Dit runderras is geschikt om in natuurgebieden jaarrond als grote grazer te worden ingezet. Ze hebben weinig zorg nodig en zijn niet agressief. Dit wordt dan ook veelvuldig gedaan, zoals ook in “Landgoed de Vossenberg”

Zeldzame Pilvaren en weegbree bij Wijster

De in Nederland zelzame pilvaren doet het erg goed op de Vossenberg. Momenteel herbergt de Vossenberg de grootste groeiplaats in Nederland van dit zeldzame, grasachtige varentje! Ook de zeldzame drijvende weegbree breidt zich nog altijd sterk uit in het gebied. De waterplant groeit in een aantal van de nieuwe vennen die deel uitmaken van het Landgoed Vossenberg. De plant komt nog maar zelden voor in de natuur en heeft de status van bedreigde soort. Beheerder “Stichting Het Drentse Landschap” is blij dat de waterplant in het gebied is aangetroffen.

De Ree

De ree heeft een zandgele tot roodbruine zomervacht, ’s winters is deze meer grijsbruin tot zwart van kleur. Volwassen dieren hebben geen vlekken. Duidelijk zichtbaar is de witte tot gelige rompvlek. Bij mannetjes is deze vlek ’s zomers vrij onduidelijk. De neus is zwart, en de kin is wit. Het volwassen mannetje (reebok) heeft een eenvoudig gewei, bestaande uit maximaal drie punten. Het gewei is maximaal 25 centimeter lang. ’s Winters groeit het gewei, en de basthuid wordt afgeschuurd tussen maart en juni. Tussen oktober en januari wordt het gewei afgeworpen. Een enkele keer komen ook vrouwtjes (reegeit) met een gewei voor. De ree heeft een kop-romplengte van 95 tot 140 centimeter, een lichaamsgewicht van 16 tot 35 kilogram en een schofthoogte tussen de zestig en de negentig centimeter. Mannetjes zijn over het algemeen iets groter dan vrouwtjes. Reeën hebben gemiddeld een schofthoogte van 63 tot 67 centimeter.

Gedrag

De ree is een “knabbelaar”: hij eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen als rozenstruiken en coniferen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en landbouwgewassen als tulpen, granen en kroppen. ’s Zomers voedt hij zich ook met jonge blaadjes, en in de herfst ook met eikels, terwijl knoppen en twijgen ’s winters meer worden gegeten. Hij is vrij selectief en eet enkel de meest voedzame delen van een plant. Tussen eten en herkauwen zit meestal zo’n één (in de zomer) tot twee uur (in de winter).Op de foto (links en boven) reeën bij en in het Marsbos.

Scholekster

Scholeksters leven vooral van schelpdieren en wormen. Zij die langs de kusten foerageren, eten vooral mosselen en kokkels, maar ook wel pieren. In het binnenland op de graslanden worden wormen gegeten. Scholeksters specialiseren zich op een bepaalde voedselsoort. Zo zijn er exemplaren die alleen mosselen eten, terwijl andere zich richten op wormen of op kokkels. Op 8 mei 2003 werd bij de Stevinsluizen van Den Oever aan het begin van de Afsluitdijk een dode geringde scholekster gevonden.De vogel droeg een Arnhemring met het nummer 5045… Deze vogel is op 30 september 1970 geringd op de schorren van Texel als na eerste kalenderjaar. Hij is dus zeker 34 jaar oud geworden. In oudere vogelboeken staat steevast dat deze soort vooral in de kuststrook voorkomt, maar inmiddels zijn de Scholeksters steeds verder het binnenland ingetrokken en hebben Wijster allang ontdekt.

Aalscholver

De Aalscholver is eeuwenlang achtervolgd door vissers en anderen vanwege de grote hoeveelheid vis die de vogel zou eten. In de zestiger jaren van de vorige eeuw waren er in Nederland nog 1150 broedparen. Pas na de zestiger jaren werd de aalscholver beschermd. De aalscholver heeft niet zo’n goede waterafstotende vetlaag als andere watervogels. Daarom zit de aalscholver vaak met gespreide vleugels in de zon om op te drogen. Het verenkleed van de aalscholver is waterdoorlatend, omdat hij anders niet zou kunnen duiken. Eind november werden er wel 10 gezien op het “Reigerveen”, het is op dit moment geen zeldzaamheid meer dat we ze in Wijster zien! Alleen in heel koude winters trekken de Nederlandse aalscholvers weg naar Frankrijk, Spanje en naar de westelijke Middelandse Zee tot in Tunesië. In normale winters wordt de Nederlandse populatie aangevuld met dieren uit vooral Denemarken.

Zwarte Ooievaar

De onlangs voltooide natuurontwikkelingsprojecten Reigerveen en de Eekma leveren voortdurend verrassende flora en fauna waarnemingen op. Zo werden er de afgelopen maanden onder meer een Zwarte ooievaar, een Lepelaar en diverse Kleine pleviertjes waargenomen.De vorig jaar voor het eerst ontdekte Pilvaren en Drijvende waterweegbree zijn zich spectaculair aan het uitbreiden. Het terrein biedt voor deze twee zeldzame soorten nu de grootste groeiplaats in heel Drenthe.

Het natuurontwikkelingsproject Reigerveen? (of Witteveen) bij Wijster is klaar

In 2005 is 85 hectare grond in het gebied Reigerveen opnieuw ingericht. Dit was mogelijk dankzij geld uit het ‘Natuuroffensief’ van het Ministerie van Landbouw. Voormalige landbouwgronden zijn veranderd in een nieuw natuurrijk parklandschap. Ook is 15 hectare bos aangelegd.

Volgens oud – wijstenaren heet dit gebied geen Reigerveen. Het gebied was vroeger bekend als Witteveen. Dit kwam door het witte veenpluis wat als witte watten over het gebied was uitgestrekt. Ook één van de boerderijen van Landgoed de Vossenberg heet nog steeds Witte venen.

Het Drents Landschap heeft gekozen voor Reigerveen omdat hier enkele jaren Reigers in de bomen sliepen.

Nieuwe natuur rond het Oude Diep

Stichting Het Drentse Landschap en waterschap Reest en Wieden hebben drie nieuwe natuurgebieden ingericht in het stroomdal van het Oude diep. Het gebied De Eekmaten bij de Vossenberg ten zuidoosten van Wijster, De Oostermaat, ten oosten van Pesse, en De Pesserma bij Stuifzand. In dit laatste gebied is tevens een grote waterberging gerealiseerd. Deze moet Hoogeveen droge voeten garanderen. De aanleg van een waterberging is nodig door de klimaatveranderingen die zich voltrekken.

“Als in Nederland de winters natter worden en de zomers droger, kan het gebeuren dat er extreem veel water door het Oude Diep moet worden afgevoerd”. Zonder opvanggebied zou het in uitzonderlijke gevallen voor kunnen komen dat Hoogeveen onder water komt te staan. Het Drentse Landschap en Reest en Wieden zijn al tien jaar bezig met de aanleg van nieuwe natuurgebieden in en rond het Oude Diep. Het belangrijkste onderdeel van de klus was dat de beek haar oorspronkelijke loop en vorm terugkrijgt. Stuwen zijn vervangen door vistrappen, houtwallen zijn aangelegd en sommige percelen zijn afgegraven om ruimte te geven aan natte laagtes. Ook worden op plekken waar het beekdal wegen kruist enkele faunapassages aangelegd. Een brug vervangt twee vaste dammen.

De Vossenberg

Fotoreportage “landgoed de Vossenberg”

IJsvogel

Op het landgoed de Vossenberg werd een broedgeval van de IJsvogel vastgesteld. Dankzij de milde winters van de laatste jaren is de wintersterfte enorm afgenomen. De natuurontwikkelingsprojecten op het landgoed en langs het Oude Diep geven deze blauwe diamantjes betere mogelijkheden om te vissen. ’s Winters worden ijsvogels ook bij meer open en brakke of zoute wateren gezien. Het enige wat dan telt, is de aanwezigheid van voldoende voedsel – kleine visjes, waterinsekten en dergelijke – en een ijsvrij, helder wateroppervlak om dat voedsel te kunnen bemachtigen.

Lepelaar

In het nieuwe natuurgebied Reigerveen zijn Lepelaars waargenomen. De vogel wordt waarschijnlijk aangetrokken door het ondiepe voedselrijke water op het terrein. Het is ongebruikelijk en bijzonder dat een lepelaar in Drenthe wordt gesignaleerd. Lepelaars broeden op slechts enkele plaatsen in Europa, waarvan Nederland de meest noordelijke is. Andere kolonies van enige omvang zijn alleen te vinden in Zuid-Spanje en Oostenrijk. Ze broeden in moerassige gebieden, in dichte rietkragen of in moeilijk bereikbare bomen en struiken. Lepelaars eten vooral driedoornige stekelbaarzen, maar ook kleine witvissen, grote waterinsekten en garnalen. Ze zoeken hun voedsel op specifieke wijze: wadend door water dat niet dieper mag zijn dan 30 centimeter speuren ze met tastzintuigen aan hun snavel naar hun prooi.

Zeearend bij Wijster.

In het natuurgebied Reigerveen bij Wijster is een zeearend gezien. De zeearend is de grootste roofvogel die in Noordwest Europa voorkomt. Ze hebben een spanwijdte van 2,5 meter en ze jagen behalve op vis ook graag op eenden en ganzen.

Ook is er al een kokmeeuwenkolonie gesignaleerd en worden allerlei andere watervogels gezien. Waar veel watervogels bij elkaar zijn duikt vroeger of later de zeearend op!

De Das

In Drenthe zeldzaam zoogdier, komt voornamelijk voor in de omgeving van de Reest en de boswachterijen van Midden-Drenthe. Werd in de jaren 1990 uitgezet op De Vossenberg bij Wijster. Dassen graven hun burchten bij voorkeur op hoge droge gronden en zoeken hun voedsel in vochtiger gebieden zoals de beekdalen op het Drents plateau en het dal van de Reest. Zij benutten een groot leefgebied en gebruiken overwegend vaste paden naar de voedselgebieden. Slootranden, houtwallen en singels vormen een belangrijk onderdeel van hun wegennet. Zij zoeken wormen en mestkevers in en onder koeienvlaaien, eten engerlingen (ze plukken daarvoor pollen gras uit de grond) mollen, muizen, slakken, kikkers en jongen hazen en konijnen. Dassen duwen maïsstengels om en vreten van de kolven. Vanwege zijn pels en vermeende schade aan wild en landbouwgewassen is de das lang bejaagd. Al in de Tegenwoordige staat van Drenthe (1792) wordt de das samen met de marters zeldzaam genoemd.

In 1995 leefden ca. 2200 dassen in Nederland, in 2000 zo’n 3500 exemplaren, waarvan het merendeel in het Rijk van Nijmegen en in Midden- en Zuid-Limburg. In 1967 werd de eerste burcht ontdekt in de Boswachterij Hooghalen. In 1995 zijn er vijftien permanent bewoonde burchten gevonden in Midden- en Zuidoost-Drenthe. Bij de Reest wordt een twintigtal burchten aangetroffen. Hier is de populatie versterkt door uitzettingen. De hervestiging van de das in geschikte gebieden wordt belemmerd door het intensieve verkeer en hindernissen als kanalen. In de Drentsche Hoofdvaart, het Noord-Willemskanaal en de Hoogeveensche Vaart worden elk jaar verdronken dassen gevonden. Uit een landelijke schatting blijkt dat jaarlijks ongeveer een kwart van de dassenpopulatie als verkeersslachtoffer sneuvelt of verdrinkt. Ook in Wijster is er een das gesneuveld in het verkeer, deze staat nu opgezet in OBS “de Zuiderenk” in Wijster! Op diverse plaatsen in Drenthe, o.a. langs de weg Elp-Schoonloo, wordt met behulp van rasters en tunnels getracht het aantal slachtoffers te verminderen.

Het bos Westerhaar Wijster

Westerhaar

Het bos is te vinden aan de Westerhaar en is aangelegd in 2001. Niet lang geleden groeiden hier aardappels en bieten. Het nieuwe bos bestaat uit verschillende boomsoorten zoals; Eik, Berk, Els, Es, Den en Beuk aangepast aan de bodemlaag. Aan de zuidkant staan verschillende besdragende boomsoorten zoals Lijsterbes. Er is ook een ven gegraven. Het bos sluit aan op het bestaande bos aan de Wijsterseweg.

Onderweg denk je in een bungalowparkje terecht te komen. Niets is minder waar. Vanaf het parkeerplaatsje kronkelt een glad geschoren graspad het bos in. Het bos is nog jong. De bomen zijn hooguit vuistdik. In de plas in het bos kwaken Groene kikkers. Hoog boven ons hoofd ‘judeljoot’ de Wielewaal. Deze wandeling is een ontdekkingstocht. Natuur ontdekken op plekken waar je haar het minst verwacht.

Hieronder een filmpje van de natuur in Wijster.